Regionale bevolkings- en huishoudensprognose

PBL/CBS - 2022

Hoe ziet de samenstelling van de Nederlandse bevolking er uit rond 2050? Hoeveel huishoudens tellen we dan, hoeveel 80-plussers? In welke regio’s groeit de bevolking en waar neemt het aantal bewoners af? Waar gaat de bevolking in de werkzame leeftijden groeien, en waar lopen scholierenaantallen terug?

Deze gegevens staan in de regionale bevolkings- en huishoudensprognose, een coproductie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit soort informatie hebben beleidsmedewerkers nodig om beleid te kunnen maken op het gebied van wonen, werken, zorg en onderwijs.

Hoofdlijnen

  • De bevolking van Nederland groeit tot 2050 nog door. Deze groei slaat vooral neer in de Randstad en andere stedelijke gebieden. Aan de randen van Nederland treedt bevolkingskrimp op, vooral na 2035.
  • Het aandeel AOW-gerechtigden in de bevolking neemt overal toe. Aan de randen van Nederland is de vergrijzing het sterkst. Het aantal ouderen loopt sterk op in de toekomst en vooral in de grote steden.
  • Het aantal mensen in de werkzame leeftijden groeit eerst nog licht (vooral vanwege het opschuiven van de AOW-gerechtigde leeftijd), blijft tussen 2030 en 2040 stabiel en gaat daarna weer verder stijgen. In de grote steden en studentensteden is de groei het sterkst. De bevolking in de werkzame leeftijden krimpt daarentegen in een aantal gebieden langs de oostgrens van het land, vooral in het noorden en zuiden.
  • Het landelijk aantal kinderen in de basisschoolleeftijden neemt tot 2025 af, zal daarna weer stijgen om na 2040 weer te gaan dalen. In de grote steden en hun randgemeenten groeit het aantal basisschoolleerlingen in de toekomst, maar in de kleinere gemeenten gaat het aantal dalen.
  • Het aantal huishoudens blijft verder groeien. Hierdoor is er tot 2035 extra woonruimte nodig voor 830 duizend huishoudens. Deze toename van het aantal huishoudens geldt voor bijna elke regio. Na 2035 gaat aan de randen van Nederland het aantal huishoudens toch aanzienlijk afnemen.

Meest waarschijnlijke ontwikkeling

De regionale prognose 2022 beoogt de meest waarschijnlijke ontwikkeling te beschrijven, rekening houdend met nieuwe inzichten en recente ontwikkelingen op nationaal en regionaal niveau. Toch zijn de cijfers altijd met onzekerheden omgeven.

Bevolkingstrends hebben een groot effect op zowel de omvang als de samenstelling van de bevolking van Nederland en zijn regio’s. De bevolkingspiramide toont de bevolkingssamenstelling voor 2020, 2035 en 2050 per 5-jaarsleeftijdsgroep voor gemeenten met 50 duizend of meer inwoners in 2020, en loopt van onder naar boven van jong naar oud. De linkerkant van de piramide geeft de mannen weer, de rechterkant de vrouwen

Bevolkingsgroei

De bevolking van Nederland blijft in de toekomst groeien, vooral door immigratie. Begin 2022 woonden er bijna 17,6 miljoen mensen in Nederland; dat zullen er naar verwachting 18,9 miljoen zijn in 2035 en 19,6 miljoen in 2050.

Tussen de regio’s zijn grote verschillen. De bevolkingsgroei concentreert zich in de Randstad, Noord-Brabant en delen van Gelderland en Overijssel. Aan de randen van Nederland nemen de bevolkingsaantallen af. In de komende decennia krijgen de meeste gemeenten te maken met bevolkingsgroei. Toch krijgt 15 procent van de gemeenten te maken met bevolkingskrimp (van meer dan 2,5 procent). Deze gemeenten liggen vaak aan de randen van Nederland.

Groei en krimp bevolking tot 2050

De bevolking van Nederland blijft in de toekomst groeien. De bevolkingsgroei concentreert zich in de Randstad, Noord-Brabant en delen van Gelderland en Overijssel.

Bevolkingsgroei in grote steden en randgemeenten

Het inwonertal van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht neemt tot 2035 sterk toe. Dit komt vooral door natuurlijke aanwas en immigratie. Voor migranten uit het buitenland is de grote stad aantrekkelijk vanwege goede baankansen en omdat hier al vaak migranten met dezelfde achtergrond wonen. Het gaat hierbij vooral om expats, arbeidsmigranten uit de EU en internationale studenten. Ook hebben de steden op jongeren een grote aantrekkingskracht vanwege de opleidingsmogelijkheden en goede baankansen en het rijke aanbod van culturele voorzieningen.

Uit de steden trekken veel jonge stellen en gezinnen weg, die zich vestigen in omliggende gemeenten (met veel nieuwbouw). Het aantal dat vertrekt is groter dan het aantal dat zich in de stad vestigt, waardoor de grote steden door de binnenlandse migratie inwoners verliezen.

Ook in middelgrote steden, zoals Eindhoven, Groningen en Almere, wordt een bovengemiddelde groei verwacht. Hierbij speelt binnenlandse migratie ook een rol.

In het merendeel van de gemeenten is er in de komende decennia sprake van lichte tot sterke bevolkingsgroei. Aan de randen van Nederland zijn er gemeenten met bevolkingskrimp.

Krimp in plattelandsgemeenten

Krimp komt voor in diverse gemeenten in de noordelijke provincies. Elders, langs de oostgrens, in Twente, de Achterhoek en Limburg, zijn er ook gemeenten die naar verwachting in bevolkingsomvang afnemen. Voor alle gemeenten met een krimp van 2,5 procent of meer gaat het om een gezamenlijk verlies van 95 duizend inwoners tussen 2021 en 2035. Dit komt vooral door het wegtrekken van jongeren en de vergrijzing (waardoor er meer mensen overlijden dan er kinderen geboren worden).

Vergrijzing

De komende decennia vergrijst de bevolking van Nederland verder. Het aandeel AOW’ers in de bevolking zal versneld toenemen: de grote geboortegeneraties geboren tussen 1945 en 1965 bereiken of bevinden zich in de AOW-gerechtigde leeftijd. De meeste mensen in de AOW-gerechtigde leeftijden wonen in de steden. In de toekomst neemt hun aantal nog toe, omdat veel van de huidige volwassenen in de stad blijven wonen. Naast de stad zijn woonplaatsen aan de kust en andere landschappelijk aantrekkelijke gebieden populair onder ouderen.

Aantal AOW-ers

De Nederlandse bevolking is al lang aan het vergrijzen en in de toekomst gaat dit door. De meeste mensen in de AOW-gerechtigde leeftijden wonen in de steden; daarnaast zijn woonplaatsen aan de kust en andere landschappelijk aantrekkelijke gebieden populair.

Waar is vergrijzing het sterkst?

De vergrijzing doet zich in de toekomst het sterkst voor aan de randen van Nederland: Oost-Groningen, Delfzijl en omgeving, Zuidoost-Drenthe, de Achterhoek, Zeeuws-Vlaanderen en de provincie Limburg. Deze regio’s kenmerken zich ook door een aanhoudende bevolkingskrimp. Het vertrek van jongeren, weinig immigratie en een laag aantal geboorten ligt hieraan ten grondslag; de ‘honkvaste’ ouderen blijven achter.

Dubbele vergrijzing stijgt overal sterk

Het aantal 80-plussers zal in de toekomst sterk toenemen en in 2035 bijna twee keer zo groot zijn als nu. Het verschijnsel dat niet alleen de groep ouderen groter wordt, maar de gemiddelde leeftijd ook steeds hoger komt te liggen, noemen we ‘dubbele’ vergrijzing. Deze ontwikkeling kan leiden tot een extra behoefte aan zorg, mede doodat ouderen steeds langer zelfstandig blijven wonen.

Het aantal 80-plussers neemt in de toekomst vooral toe in de grote steden; veel ouderen blijven als ze hoogbejaard worden hier (zelfstandig) wonen.

Aantal 80-plussers

Het aantal 80-plussers neemt sterk toe in de toekomst; dit noemen we ‘dubbele’ vergrijzing. Het aantal 80-plussers zal in de toekomst vooral toenemen in de grote steden; veel ouderen blijven als ze hoogbejaard worden hier (zelfstandig) wonen.

Potentiële beroepsbevolking

De potentiële beroepsbevolking – de bevolking van 20 jaar tot AOW-leeftijd – blijft, na een stijging tot 2025, enige tijd vrij stabiel om na 2040 weer verder te groeien. Begin 2021 is de omvang bijna 10,6 miljoen, tegen 11 miljoen in 2035 en 11,4 miljoen in 2050.

In de grote steden en hun randgemeenten wordt in de toekomst nog een groei van de bevolking in de werkzame leeftijden verwacht. De grote steden zijn vanwege opleidingsinstituten en werk in trek bij jongeren. Ook ontvangen de grote steden relatief veel immigranten vanwege goede baankansen en familienetwerken.

Buiten de Randstad en vooral aan de randen van Nederland zal het aantal mensen in de werkzame leeftijden afnemen. De immigratie is hier lager en jongeren trekken vaak naar de grote steden.

Inwoners tussen 20 jaar en AOW-leeftijd per gemeente

De potentiële beroepsbevolking – de bevolking in de leeftijdsklasse 20 tot AOW-leeftijd – zal in de toekomst nog toenemen in de grote steden en hun randgemeenten. Buiten de Randstad en vooral aan de randen van Nederland zal het aantal mensen in de werkzame leeftijden afnemen.

Basisschoolleerlingen

Landelijk wordt tot 2025 een daling van het aantal basisschoolleerlingen (4- tot 12-jarigen) voorzien; daarna neemt hun aantal naar verwachting weer toe. Na 2040 wordt er weer een daling voorzien.

Hoewel het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd in 2035 naar verwachting 10 procent groter zal zijn dan in 2021, zal circa drie op de tien gemeenten te maken krijgen met een krimp van het aantal basisschoolleerlingen. De gemeenten met de grootste daling liggen veelal in het noorden en oosten van het land. Dat het aantal leerlingen landelijk gemiddeld groeit is vooral debet aan de groei in de grotere steden in de Randstad en de omliggende gemeenten.

Aantal kinderen van 4 tot 12 jaar per gemeente

Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd (4 tot 12 jaar) neemt landelijk gezien tot 2025 af, maar zal daarna stijgen om na 2040 weer te gaan dalen. In de grote steden en hun randgemeenten groeit het aantal basisschoolleerlingen in de toekomst, maar in de kleinere gemeenten gaat het aantal dalen.

Huishoudens

Op 1 januari 2021 telde Nederland 8,04 miljoen huishoudens. Dit aantal zal naar verwachting stijgen naar 8,88 miljoen in 2035 en 9,25 miljoen in 2050. Tot 2035 moet er in de woningvoorraad dus ruimte zijn voor 830 duizend extra huishoudens. Het aantal huishoudens neemt naar verhouding sneller toe dan het aantal inwoners, als gevolg van huishoudensverdunning. In 2021 bestond een huishouden nog uit gemiddeld 2,14 personen, tegen de verwachte 2,09 in 2035. Meer mensen wonen alleen, en hun aantal zal in de toekomst naar verwachting verder toenemen. Dit is het gevolg van de voortgaande individualisering en van vergrijzing. Meer mensen zullen voor kortere of langere periodes in hun leven alleen wonen, bijvoorbeeld voordat ze aan een relatie beginnen of na een scheiding. Bovendien zijn er meer ouderen. Zij lopen op latere leeftijd een grotere kans dat ze alleen komen te staan als hun partner komt te overlijden.

Bijna overal meer huishoudens

Het aantal huishoudens zal naar verwachting vrijwel overal in Nederland toenemen. In het westen van het land wordt zowel in de (grote) steden als hun randgemeenten een sterke groei van het aantal huishoudens verwacht. In Noord-Brabant is het vooral de stedenband waar de toename van het aantal huishoudens hoog is. Ook in Gelderland zijn er veel gemeenten met een hoge huishoudensgroei. In het oosten en noorden zijn er minder gemeenten met een sterke toename van het aantal huishoudens; als die toename er is, dan meestal in de wat grotere steden.

Groei en krimp aantal huishoudens tot 2050

Het aantal huishoudens blijft in de toekomst groeien. In het westen van het land wordt zowel in de (grote) steden als hun randgemeenten een sterke groei van het aantal huishoudens verwacht. Daarnaast zijn er in Noord-Brabant en Gelderland veel gemeenten met een sterke toename van het aantal huishoudens.

Minder huishoudens aan randen van Nederland

Slechts in een beperkt aantal gemeenten wordt tot 2035 een daling van het aantal huishoudens (van 2,5 procent of meer) verwacht. Deze liggen vrijwel zonder uitzondering aan de randen van Nederland. Overigens zijn er minder gemeenten met een voorziene huishoudenskrimp (van 2,5 procent of meer) dan gemeenten met een (dergelijke) bevolkingskrimp. In krimpgemeenten is de bevolking al relatief sterk vergrijsd, waardoor de sterfte het aantal geboorten overtreft. Daardoor krimpt de bevolking, maar een overlijden leidt niet altijd tot het verdwijnen van een huishouden. Als iemand weduwe of weduwnaar wordt, is er wel een inwoner, maar geen huishouden minder.

Na 2035 zien we meer gemeenten waar het aantal huishoudens afneemt. Dit geldt vooral aan de randen van Nederland. Hierdoor kan leegstand van woningen ontstaan. Afname van het aantal huishoudens komt vooral door het overlijden van alleenstaande ouderen.

Data en kaarten

Als u geïnteresseerd bent in data of kaarten van de belangrijkste resultaten van de bevolkings- en huishoudensprognoses 2022 en de voorgaande jaren, kunt u deze hier downloaden. De ZIP-files bevatten meerdere kaarten rond hetzelfde thema.