Hoofdstuk 1

Inleiding

De kantorenmarkt blijkt over een langere periode bezien een zeer ontspannen markt te zijn met een hoog leegstandspercentage. In de economische theorie wordt voor kantoren een proces beschreven en voorspeld waarin de markt naar een evenwicht tendeert (market clearing). Maar in de Nederlandse kantorenmarkt voltrekt dit proces zich niet of slechts zeer traag, zeker in vergelijking met andere landen. De recente bescheiden daling van de leegstand op kansrijke locaties doet daar niks aan af. Op verzoek van het ministerie van Economische Zaken (directie Algemene Economische Politiek) onderzoeken het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Amsterdam School of Real Estate (ASRE) in de voorliggende studie hoe dat komt, wat de (negatieve) effecten daarvan zijn en wat er beleidsmatig aan kan worden gedaan. Daartoe maken we gebruik van wetenschappelijke literatuur en verschillende recente empirische studies van – vooral – het PBL en de ASRE (zie Buitelaar et al. 2016, 2017; PBL & Deloitte 2016; Klapwijk et al. 2017).

We gaan in hoofdstuk 2 in op ontwikkelingen in de vraag naar (het gebruik van) kantoren en de huurprijsontwikkeling sinds het einde van de 20e eeuw, alsook op de mogelijke toekomstige behoefte aan kantoorruimte. In hoofdstuk 3 bespreken we ontwikkelingen op de beleggingsmarkt voor kantoren. We kijken naar het transactievolume en de transactieprijzen, en naar de factoren die tot kantoorbeleggingen leiden. In hoofdstuk 4 onderzoeken we welke negatieve maatschappelijke effecten leegstand heeft en met welk (ruimtelijk) beleid de kantoorleegstand kan worden tegengegaan.