In het scenario Mondiaal Ondernemend is de samenleving individualistisch en domineert het marktdenken in de economie. Grote bedrijven nemen de lead. Eigen verantwoordelijkheid staat voorop, ook om te verduurzamen. Een van de kenmerkende ontwikkelingen in dit toekomstige Nederland is een groter contrast tussen verdergaande verstedelijking in het westen en midden van Nederland en rust elders in het land.
Mondiaal Ondernemend
Tijdlijn
2024
Toestemming voor tijdelijke zonneparken en zonneplassen rond Natura 2000-gebieden om het halen van Europese biodiversiteits- en waterkwaliteitsdoelen te bespoedigen.
2025
Nijpend tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten in bedrijven zonder maatschappelijke license to operate.
2027
Toegenomen schaarste aan grondstoffen dwingt bedrijven tot recycling en gebruik van hernieuwbare grondstoffen.
2029
Run op de Noordzee: het Rijk verpacht de laatste plots voor hernieuwbare energie.
2030
Door uitplaatsing van vliegverkeer van Schiphol naar Lelystad Airport kan de hoogbouwbeperking in het Central Business District van Amsterdam worden geschrapt.
2037
Na fel maatschappelijk verzet in de nieuwe groeikernen stelt het Rijk op verzoek van het bedrijfsleven het Pakket Basisvoorzieningen vast.
2038
Zelfrijdende shuttles toegelaten op private, intermetropolitane fast lanes.
2040
Meer dan de helft van de landbouwgrond in Nederland is in bezit van internationale agrarische conglomeraten.
2041
De toename van de zoute wellen in de Haarlemmermeer maakt van drijvend bouwen een trend.
2042
De kerncentrale op de Maasvlakte is gereed.
2045
Veel verouderde, op houten palen gefundeerde woningen op veengrond maken zonder veel discussie plaats voor energieleverende bebouwing.
2050
De Rijksoverheid zet het Deltaprogramma 2050+ voortvarend in gang.
Kenmerken
Gebiedstypes
Opvallende ontwikkelingen
- Versterking van de agglomeratiekracht in de Middenstad: een uitbreiding van de Randstad in een wijde halve cirkel daaromheen, grofweg de Brabantse stedenrij, Nijmegen, Arnhem, Apeldoorn, Zwolle, Almere.
- Veel mobiliteit. Relatief grote investeringen nodig in verkeersinfrastructuur.
- Veel keuzevrijheid in woongebieden voor wie het kan betalen.
- Het contrast tussen de kwaliteit van de leefomgeving op verschillende plekken en voor verschillende maatschappelijke groepen wordt groter.
- De druk op het ecologisch systeem blijft hoog.