Wereldwijd en ook in Nederland zet klimaatverandering door en nemen de gevolgen daarvan zichtbaar toe. Klimaatverandering heeft effecten op vrijwel alle geledingen van de samenleving, en brengt onder andere opgaven met zich voor de waterveiligheid, de zoetwatervoorziening, de gezondheid, het stedelijk gebied, de vitale infrastructuur (elektriciteit, ICT, transport), de landbouw, de industrie, het toerisme en de natuur (PBL 2015).

De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) geeft aan dat klimaatadaptatie altijd een integraal onderdeel van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient de zijn: ‘De verdichting in stedelijk gebied moet gekoppeld worden aan groen en water, om duurzaam en met kwaliteit te kunnen verstedelijken. Op dit moment is dat nog niet vanzelfsprekend. Compacte verstedelijking in combinatie met voorbereiding op de gevolgen van klimaatverandering vragen om een doordachte en afgewogen invulling van het openbare en private ruimtegebruik. Ongunstige locaties voor waterhuishouding of bodemdaling moeten worden vermeden (diepe polders, slappe grond, verdroging, zoute kwel) of het effect moet worden gemitigeerd. Nieuwe ontwikkelingen achter de dijken en duinen worden zo veel mogelijk uitgevoerd op een wijze dat de overstromingsrisico’s niet toenemen.’

Volgens de Balans van de Leefomgeving (PBL 2020) zijn er voor stedelijke gebieden strijdige opgaven: ‘de strategie die is gericht op een compacte stad staat op gespannen voet met een strategie waarin meer ruimte voor groen en water in de stad vooropstaat.’ Deze strijdigheid in de stad en het benutten van de transities voor klimaatadaptatie vragen om een sectoroverstijgende regie en de ontwikkeling van een integrale ruimtelijke strategie.

Risico droogtestress in de regio Zwolle
Risico droogtestress in de regio Zwolle

Volgens de Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn er tenminste zes effecten van klimaatverandering die om actie vragen: 1) meer hittestress bij mensen, 2) vaker uitval van delen van vitale en kwetsbare functies door extreem weer, 3) frequentere oogstschade en andere schade in de land- en tuinbouw, 4) verschuiving van klimaatzones waardoor een deel van de flora en fauna onvoldoende kan meebewegen met het verschuivende klimaat, 5) gezondheidsverlies, arbeidsverlies en kosten door een mogelijke toename van infecties en allergieën, 6) cumulatieve effecten waarbij uitval in één sector of op één locatie gevolgen heeft voor andere sectoren en/of andere locaties. Naast deze zes effecten zal de klimaatverandering naar verwachting ook veel invloed op de waterveiligheid hebben.

Omgevingsbeleid voor klimaatadaptatie

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is klimaatadaptatie naast de energietransitie als eerste van de vier centrale prioriteiten genoemd (Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie). Volgens de NOVI is de opgave onze ‘leefomgeving aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering en te zorgen dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht, mede met het oog op verwachte ontwikkelingen na 2050. Onderdeel is de opvang van extreme regenval en hitte in verstedelijkt gebied.’ Hierbij heeft het Rijk de resultaatverantwoordelijkheid voor het klimaatbestendig maken van de eigen gebouwen en infrastructuur, zoals de rijkswegen en voor de nationale vitale en kwetsbare functies. ‘In het Deltaplan ruimtelijke adaptatie en met (het uitvoeringsprogramma van) de Nationale Klimaatadaptatiestrategie en het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie hebben Rijk en medeoverheden afspraken gemaakt over de wijze waarop de doelstellingen worden gerealiseerd. Veelal zijn medeoverheden en private partijen degenen die maatregelen in de praktijk brengen. Het Rijk stimuleert dat met financiële middelen en kennisontwikkeling’, aldus de NOVI.

Maximale waterdiepte bij een overstroming in de regio Zwolle
Maximale waterdiepte bij een overstroming in de regio Zwolle

Deltaprogramma en de Nationale Klimaatadaptatiestrategie

Het complexe klimaatadaptatiebeleid krijgt in Nederland vorm binnen het Deltaprogramma en de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS). In het Deltaprogramma werkt de Rijksoverheid samen met provincies, waterschappen en gemeenten aan de uitvoering van projecten met betrekking tot waterveiligheid, zoetwater en klimaatadaptatie. Dit beleid is voor de bescherming tegen overstroming al goed uitgewerkt, en het omvat een nationaal hitteplan voor hete zomers en heeft voor de zoetwaterbeschikbaarheid door de droogtes van 2018, 2019 en 2020 aan urgentie gewonnen. In 2019 hebben provincies, gemeenten en waterschappen zogenoemde klimaatstresstesten uitgevoerd. Ook publiceerde het ministerie van LNV in 2020 het Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw en werkt het momenteel aan de Actielijnen klimaatadaptatie natuur.

Plaatsgebonden overstromingskans 2050 in de regio Zwolle
Plaatsgebonden overstromingskans 2050 in de regio Zwolle

Rijksprogramma Ruimte voor de rivier

De klimaatverandering, waarbij in Nederland sprake is van grotere piekafvoeren van het rivierwater, heeft Nederland genoodzaakt meer ruimte te maken voor de afvoer, berging en kering van rivierwater (Van Dam, Tisma en Diederiks 2019). Het Rijksprogramma Ruimte voor de rivier, dat in 2006 in een planologische kernbeslissing (PKB) werd vastgelegd, is inmiddels vrijwel afgerond. In de PKB die in januari 2007 in werking trad, zijn zogeheten reserveringsgebieden aangewezen. In deze reserveringsgebieden zijn nieuwe grootschalige of kapitaalintensieve ruimtelijke ontwikkelingen geweerd. Van het programma resteerde in 2019 nog een ruimteclaim voor water van zo’n 5100 hectare. Het merendeel daarvan, 3300 hectare, is in de regio Arnhem-Nijmegen aangewezen in bestaand agrarisch gebied.

Kustpact

Ook aan de Noordzeekust is de afgelopen decennia gewerkt aan de waterveiligheid en de versterking van de kust. Zowel de zeespiegelstijging als de bodemdaling in het achterland vormden hiervoor de aanleiding. Ook hierbij is dus sprake van prioritering ten aanzien van veiligheid, maar daarnaast ook van oog voor landschappelijke kwaliteit, functionele meekoppelingen (recreatie, drinkwaterwinning, natuur) en van resulterende ruimtelijke restricties ten aanzien van bijvoorbeeld bebouwing en verstedelijking. Wat betreft dat laatste heeft het Ministerie van Infrastructuur & Milieu in het zogeheten Kustpact (Ministerie van IenM e.a. 2017) samen met kustprovincies, kustgemeenten, waterschappen en natuurorganisaties afspraken gemaakt om de openheid van de Nederlandse kust te behouden.

Meer informatie