Het huidige Nederlandse landschap is grotendeels door mensenhanden gemaakt en verandert continu. In de afgelopen zeventig jaar namen bebouwing en versnippering van het landschap toe door aanleg van woonwijken, infrastructuur, glastuinbouwcomplexen en kantoor-, winkel- en bedrijventerreinen. Deze veranderingen zijn enerzijds het resultaat van min of meer autonome ontwikkelingen in de nationale en regionale economie en demografie, en anderzijds van beleidskeuzes die in het verleden zijn gemaakt (PBL 2019). Door veranderingen in het landgebruik, zoals de schaalvergroting in de landbouw en de verstedelijking, zijn er aanzienlijk minder natuurlijke gebieden dan eeuwen geleden, waardoor ook de biodiversiteit in Nederland is afgenomen (PBL 2014). Naast het beschermen van bestaande natuurgebieden is het natuur- en landschapsbeleid daarom gericht op het vergroten van het areaal natuurgebied. In de periode tussen 1996 en 2015 is het areaal natuurgebied dan ook weer toegenomen.

Ruimtelijke ontwikkeling tussen 1996 en 2015

Volgens het bestand Bodemgebruik van het CBS bestaat Nederland voor ruim 14% (4.990 km2) uit natuurgebieden (bos en natuurlijk terrein). Langs de kust en op de Waddeneilanden komen veel natuurlijke terreinen voor, in de vorm van duinen en strand. Bos is voornamelijk te vinden op de zandgronden in de oostelijke en zuidelijke provincies. Het areaal bos en natuurlijk terrein is in de periode 1996-2015 met meer dan 200 km2 toegenomen. Het areaal recreatieterreinen beslaat circa 3% (1.054 km2) van het Nederlandse grondgebied (landgebied en binnenwater), en is in dezelfde periode met 192 km2 toegenomen. Veel recreatieterreinen (parken, sportterreinen en volkstuinen) bevinden zich in de buurt van de steden.

Ontwikkeling natuur- en recreatiegebied 1996–2015 in de regio Utrecht (U10)
Ontwikkeling natuur- en recreatiegebied 1996–2015 in de regio Utrecht (U10)

Natuurbeleid

Op wereldniveau hebben landen afspraken gemaakt over het behoud en duurzaam gebruik van de biodiversiteit, ook Nederland. De Europese Unie kent de Vogel- en Habitatrichtlijnen, met als belangrijkste instrumenten Natura 2000 (het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden), de Kaderrichtlijn Water en de Kaderrichtlijn Marien. Als EU-lidstaat heeft ook Nederland Natura 2000-gebieden aangewezen. Die maken onderdeel uit van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de Ecologische Hoofdstructuur), het belangrijkste nationale instrument voor natuurbescherming. Zowel binnen als buiten het Natuurnetwerk wordt agrarisch natuurbeheer ingezet. In het Bestuursakkoord Natuur en het Natuurpact is het natuurbeleid op land gedecentraliseerd naar provincies, zoals ook is vastgelegd in de Wet natuurbescherming 2017. Het Rijk blijft verantwoordelijk voor de implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen en afspraken in internationaal verband. Met de Rijksnatuurvisie 2014 Natuurlijk Verder streeft het Rijk ernaar om de natuur te behouden en het gebruik van de natuur en haar diensten te verduurzamen. Ook wil het Rijk de maatschappelijke betrokkenheid bij natuur vergroten. De visie markeert een omslag in het denken: natuur hoort niet naast, maar midden in de samenleving.

Natuur Netwerk Nederland (NNN) in de regio Utrecht (U10)
Natuur Netwerk Nederland (NNN) in de regio Utrecht (U10)

Omgevingsbeleid voor natuur en landschap

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) wordt expliciet aandacht besteed aan landschap en natuur: ‘Unieke landschappelijke kwaliteiten worden versterkt en beschermd. Nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied voegen landschapskwaliteit toe. Omgevingsbeleid wordt landschapsinclusief.’ In de NOVI wordt het behouden en versterken van cultureel erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van (inter)nationaal belang geacht. De opgave is ‘cultureel erfgoed en (inter)nationale unieke landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten te ontwikkelen, te behouden, te versterken en te benutten bij gebiedsontwikkeling en transformatie.’

Gebieden met invloed op kwetsbare natuur in de regio Utrecht (U10)
Gebieden met invloed op kwetsbare natuur in de regio Utrecht (U10)

Ruimteclaims tot 2027 en op langere termijn

Van de beoogde omvang van het Natuurnetwerk Nederland van 670.000 hectare (6.700 km2) was tot 2017 93% gerealiseerd. Het Rijk heeft het doel om het Natuurnetwerk Nederland tot 2027 verder uit te breiden met 41.000 hectare (410 km2). Dit resulteert naar verwachting in een totale oppervlakte van ongeveer 736.000 hectare, oftewel 7.360 km2. Met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe bosgebieden wordt in de bossenstrategie van het ministerie van LNV gestreefd naar een netto-uitbreiding van het areaal bos in Nederland met 10% in 2030, wat neerkomt op ongeveer 37.000 hectare (370 km2).

Om in Nederland te komen tot robuuste natuur is volgens een rapport van het PBL een nog grotere uitbreiding van het natuurgebied nodig (Vink, Pols en Van Dam 2020). Vanuit de doelen van de Europese Habitatrichtlijn gedacht, zou volgens de onderzoekers 150.000 hectare (1.500 km2) nieuw natuurgebied of extensief gebruikte landbouwgrond op de lange termijn (tot rond 2050) een grote bijdrage kunnen leveren aan het binnen bereik kunnen brengen van de Nederlandse natuurdoelen. Om het doel van 150.000 hectare tot 2050 te halen, zou het nodig zijn om tot 2030 rond 50.000 hectare nieuw natuurgebied te realiseren boven op de 41.000 hectare die reeds in het Natuurpact afgesproken zijn. Volgens de onderzoekers zouden extra natuur en extensivering van landbouwactiviteiten geleidelijk ook de vergunningverlening rondom stikstof kunnen vergemakkelijken.

Meer informatie