Een goede luchtkwaliteit en een rustige leefomgeving zijn belangrijk voor de gezondheid van de mens en voor de natuur. Ondanks het feit dat de schadelijke emissies naar de lucht maar ook water en bodem de afgelopen decennia aanzienlijk zijn afgenomen, geldt dat blootstelling aan milieurisico’s naar schatting tot zo'n 2 tot 5% van de totale ziektelast in Nederland veroorzaken. Met name luchtvervuiling en in minder mate ook overlast door omgevingsgeluid leveren hier een bijdrage aan. Vooral verkeer, huishoudens, landbouw en industrie stoten verschillende schadelijke stoffen uit, zoals fijnstof, zwaveldioxide (SO2), kooldioxide (CO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3). Door verschillende beleidsmaatregelen is de uitstoot van schadelijke stoffen sinds 1990 flink afgenomen. Toch kunnen mensen nog ziek worden of eerder sterven door luchtvervuiling en hebben de emissies negatieve effecten op de biodiversiteit. In Nederland gaat vooral de biodiversiteit van heiden, duinen en agrarisch gebied nog steeds verder achteruit (PBL 2020).

Kritische stikstofdepositie in natuurgebieden in de regio Arnhem-Nijmegen
Kritische stikstofdepositie in natuurgebieden in de regio Arnhem-Nijmegen

Vergunningverlening stikstof gebaat bij ruimtelijk beleid

Naast de invloed op de gezondheid van mensen heeft luchtverontreiniging ook negatieve effecten voor de natuur. Sinds 2019 is er veel discussie ontstaan rond de uitstoot van stikstofoxiden (NOx). Na de uitspraken van het Europees Hof en de Raad van State aangaande het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is vergunningverlening voor stikstof-uitstotende activiteiten lastiger geworden. In een notitie beschrijft het PBL dat, naast een reductie van stikstofdepositie, een focus op het verbeteren van natuurkwaliteit via een breder palet aan maatregelen, zoals het verhogen van de grondwaterstand of het vergroten van het leefgebied voor planten- en diersoorten, kansen biedt voor zowel natuurkwaliteit als vergunningverlening (Vink, Pols en Van Dam 2020). In de notitie worden drie ruimtelijke strategieën geschetst:

  1. ‘De eerste ruimtelijke strategie richt zich op het vergroten van het leefgebied voor planten- en diersoorten en het creëren van meer samenhang tussen natuurgebieden. Het uitbreiden en verbinden van leefgebied zal de natuurkwaliteit aanzienlijk verbeteren en daarmee de ruimte voor vergunningverlening vergroten.’ Volgens de onderzoekers kan voor de komende periode (tot rond 2030) aan een uitbreiding worden gedacht van bijvoorbeeld 50.000 ha bovenop de realisering van het Natuurpact.
  2. ‘De tweede ruimtelijke strategie richt zich op het verplaatsen of beëindigen van stikstof uitstotende bronnen om gebied specifieke depositie-knelpunten op te lossen. Deze strategie kan goed meekoppelen met de eerste strategie. Echter, voor substantiële reducties in stikstofdepositie zal gebiedsgericht bronbeleid gevoerd moeten worden.’
  3. ‘De derde ruimtelijke strategie richt zich op het ruimtelijk laten meekoppelen van maatschappelijke opgaves zoals klimaatadaptatie en -mitigatie, woningbouw, bodemdaling, duurzame energieopwekking en landschap.’
Stikstofemissie (NOx) in de regio Arnhem-Nijmegen
Stikstofemissie (NO<sub>x</sub>) in de regio Arnhem-Nijmegen

Omgevingsbeleid emissies en geluidshinder

Een gezonde en veilige leefomgeving, die door de inwoners van Nederland ook als zodanig wordt ervaren, is volgens de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) van nationaal belang. De NOVI gaat ervan uit dat door het intensievere gebruik en de verwachte groei van de steden vooral de druk van luchtverontreiniging en geluidsoverlast op de gezondheid zal toenemen. Het kabinet streeft ernaar om in 2030 te voldoen aan de huidige WHO-advieswaarden. Volgens het nationaal belang 4 van de NOVI (Waarborgen en bevorderen van een gezonde en veilige fysieke leefomgeving) is de opgave ‘de veiligheid en gezondheid van onze leefomgeving zodanig te verbeteren dat in 2050 negatieve omgevingseffecten op onze gezondheid naar een verwaarloosbaar laag niveau zijn gebracht.’ De verbetering van de luchtkwaliteit in de stedelijk gebieden vergt een afname van de uitstoot van het verkeer, de industrie, de scheepvaart, de landbouw en de houtstook. Op basis van het Schone Lucht Akkoord werken Rijk, provincies en gemeenten verder aan de opgave om tot een permanente verbetering van de luchtkwaliteit te komen.

Meer informatie